Op de tweede sterfdag van haar zoontje besluit Jacqueline eruit te stappen: ze kan niet meer. Ze wil niet meer, en neemt een overdosis medicatie in. Onder de brug waar ze haar sterfplek had bedacht gebeurt iets onbestaanbaars: de kwelgeest van haar jeugd roept haar terug. Hij haalt haar op en neemt haar mee naar de plek waar ze nooit meer had gedacht te kunnen of mogen komen: Beth Natush. Ze probeert uit alle macht zich te voegen naar de leefregels van hun leider, haar vader, maar het lukt haar niet. Dan wordt ze alsnog uit deze sekte verbannen, en staat ze voor de zware taak alsnog een leven op te bouwen, zonder netwerk, zonder familie, zonder relaties. Ze wil het verleden achter zich laten maar in nachtmerries komen beelden naar voren die ze zich liever nieter had herinnerd. Dit put haar uit, en het is alsof ze het maar iet te boven komt. Ook in haar werk en in relaties wil het niet bepaald vlotten. Ze is moedig, immer hoopvol, maar alles komt maar moeilijk van de grond. Ze besluit een dagboek te beginnen, als houvast, en als luisterend oor. Is er een leven mogelijk na zoveel ellende? Kan een mens zijn verleden overwinnen?
Doelgroepen